Champagne

Champagne mag alleen gemaakt worden van 3 verschillende druiven. Pinot Noir, Pinot Meunier en Chardonnay. Dat mag een blend (Cuvee) zijn, maar mag ook bestaan uit één of twee van deze druiven. Bestaat het enkel uit Chardonnay, dan noemt men het Blanc De Blanc. Is het enkel gemaakt van blauwe druiven, welke van de twee dan ook, dan noemt men hem Blanc De Noir. Oftewel, witte wijn gemaakt van blauwe druiven.

Champagne zelf is geen dorp, het is een gebied met in totaal 320 gemeentes. Al deze gemeentes zijn opgenomen in een ingesteld classificatiesysteem. Er zijn veel verschillende verhalen over hoe champagne is ontstaan. Één daarvan is dat de Franse monnik, Dom Pérignon de champagne heeft uitgevonden in 1668. Net zoals hij als eerst witte wijn van blauwe druiven heeft gemaakt.

Champagne valt onder de term mousserende wijn. Net zoals Cava, prosecco en zelfs de Afrikaanse Vonkelwyn. Maar wat is dat het verschil vraag je je af? Ten eerste is het in de wet vastgesteld dat geen enkele mousserende wijn van buiten de Champagnestreek, Champagne mag heten. Daar staat een zelfs een fixe boete op. Daarnaast verschillen ze ook in druifsoorten, smaak en bereidingswijze. Het met elkaar vergelijken is dus absoluut not done.

Uiteraard is het logisch dat niet alle champagne hetzelfde is. Zo kunnen ze afgezien van de verhouding druiven ook verschillen in het suikergehalte, ook wel dosage genoemd. Een mengsel van champagne en rietsuiker. De hoeveelheid suiker in dit mensen bepaalt de zoetheid in de champagne en daarmee het type champagne.

Verreweg het meest verkocht is de Brut Champagne, dat staat voor droog en heeft minder dan 12 gram suiker per liter.

De muselet (het ijzertje waarmee de kurk vast zit) is altijd 6x omgedraaid.
Het is beleefd als sommelier om tijdens het openen van een fles champagne namelijk de gast aan te kijken. Een standaard hoeveelheid maakt het voor de sommelier een stuk makkelijker en geeft geen onverwachte momenten die wellicht slecht kunnen eindigen.